Hoge bloeddruk

Hoge bloeddruk heet ook wel hypertensie. Het is een aandoening die veel voorkomt. Ongeveer één op de vier Nederlanders heeft een hoge bloeddruk. Hoge bloeddruk komt vaker voor naarmate de leeftijd vordert. Zo’n 60-70% van de mensen boven de 70 jaar oud heeft hier last van. Een hoge bloeddruk geeft meestal geen of vrijwel geen klachten, dit is echter bedrieglijk, want mensen met een hoge bloeddruk hebben wel een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.

Bloeddruk

Het hart pompt bloed door het lichaam doordat de hartkamers zich bij elke hartslag samenknijpen en vervolgens weer ontspannen. De bloeddruk is onder andere afhankelijk van de kracht waarmee het bloed de lichaamsslagader (en de vervolgens verder aftakkende slagaders) in wordt gepompt en van de weerstand en elasticiteit van de wanden van de bloedvaten. Er is sprake van de bovendruk (systolische bloeddruk) wanneer het hart pompt, en van de onderdruk (diastolische bloeddruk) wanneer het hart zich ontspant. Het is normaal dat de bloeddruk enigszins varieert over de dag. Er is sowieso sprake van een dag/nachtritme (de bloeddruk is lager tijdens slaap) en een zeker patroon van fluctuatie overdag. Ook varieert de bloeddruk onder invloed van allerlei factoren waaronder inspanning, lichaamshouding en stress.

Hoge bloeddruk (hypertensie)

Over het algemeen is er sprake van hoge bloeddruk (hypertensie) als er bij meerdere metingen de bovendruk hoger is dan 140mmHg en/of de onderdruk hoger is dan 90mmHg. Deze bovengrenzen van de bloeddruk zijn lager in specifieke patiëntengroepen met reeds een verhoogd hart- en vaat risico. Bijvoorbeeld voor patiënten met diabetes (suikerziekte) wordt 130mmHg bovendruk en 80mmHg onderdruk als bovengrens gebruikt. Echter zijn er ook kleine verschillen in de gehanteerde bovengrenzen tussen verschillende landen en tussen verschillende medische beroepsgroepen. Daarnaast wordt voor bejaarden nog wel eens een minder strenge bovengrens aangehouden. Het ezelsbruggetje “100 plus de leeftijd” van vroeger is tegenwoordig echter zeker niet meer van toepassing!

Soms zijn er bemoeilijkende factoren bij het vaststellen van de bloeddruk, zoals bijvoorbeeld het “witte-jassen effect”, waarbij patiënten in de spreekkamer bij de arts altijd een hogere bloeddruk meten dan thuis hun bloeddrukmeter laat zien. Overigens bestaat ook het (zeldzamere) omgekeerde effect: patiënten die bij meting bij de arts een goede bloeddruk hebben, maar thuis toch telkens hoger. Bij twijfel is daarom een 24-uurs bloeddrukmeting zinvol.

Oorzaken hoge bloeddruk

Er wordt onderscheid gemaakt tussen “primaire” hypertensie (ook wel “idiopathische” hypertensie genoemd) en “secundaire” hypertensie. In verreweg de meeste gevallen (90-95%) van hypertensie is er sprake van primaire hypertensie, dat betekent dat er geen medische onderliggende oorzaak voor de hypertensie aanwezig is en de hypertensie is gerelateerd aan een combinatie van onder andere aanleg, leeftijd en leefstijl.

Leefstijlfactoren die van invloed zijn op het ontstaan van primaire hypertensie zijn onder andere:

In een minderheid van de gevallen (5-10%) is er sprake van secundaire hypertensie, dat is hypertensie waarbij er een onderliggende medische ziekte/oorzaak (dikwijls behandelbaar) aanwezig is. Te denken valt hierbij aan bijvoorbeeld het slaapapneu-syndroom, het gebruik van bepaalde medicijnen of drugs, bepaalde nierziekten, hormoonstoornissen, bijnieraandoeningen of het overmatig eten van drop of zoethout (vanwege het stofje glycyrrhizine dat bloeddrukverhogend werkt).

Zwangerschapshypertensie

Zo’n 10-15% van de vrouwen die voor het eerst zwanger zijn ontwikkelt hypertensie tijdens de zwangerschap (zwangerschapshypertensie). Bij daaropvolgende zwangerschappen komt het minder vaak voor. Zwangerschapshypertensie kan een gezondheidsrisico vormen voor moeder en kind, met name indien het overgaat in meer ernstige vormen als pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging), eclampsie of HELLP-syndroom. Het optreden van zwangerschapshypertensie is voorspellend voor het ontstaan van hypertensie later in het leven.

Klachten bij een hoge bloeddruk

Over het algemeen merken mensen niets van een te hoge bloeddruk. Het is een zogenaamde “stille” aandoening die jarenlang ongemerkt kan bestaan en soms pas klachten geeft indien er complicaties optreden. Indien de bloeddruk echter erg hoog of langdurig te hoog wordt kunnen er toch klachten ontstaan die op hoge bloeddruk zouden kunnen duiden. De meest voorkomende klachten zijn hoofdpijn (vaak in achterhoofd), duizeligheid, benauwdheid bij inspanning, druk op de borst of hartkloppingen op borst, in keel of in oren.

Risico’s van een hoge bloeddruk

Een verhoogde bloeddruk gaat gepaard met een grotere kans op het krijgen van, en sterfte aan, hart- en vaatziekten. Complicaties en aandoeningen die ten gevolge van hypertensie kunnen ontstaan zijn op het gebied van het hart onder andere kransslagaderverkalking, angina pectoris, hartinfarcten, hartspierverdikking, hartfalen en hartritmestoornissen. Buiten het hart om kunnen onder andere aderverkalking in het algemeen, beroertes (door herseninfarct of door hersenbloeding), nierfunctieverlies (tot dialyse aan toe), visusklachten (door aantasting bloedvaten netvlies), etalagebenen en aorta-aneurysma’s ontstaan. Dikwijls zijn de symptomen van een van deze complicaties van hypertensie het eerste verschijnsel waardoor een al jaren bestaande hypertensie wordt ontdekt.

Onderzoek

Wanneer een hoge bloeddruk is vastgesteld, wordt er aanvullend onderzoek gedaan. Dit bestaat uit lichamelijk onderzoek, urineonderzoek, bloedonderzoek en een hartfilmpje (ECG). Op indicatie kan er tevens aanvullend onderzoek naar het hart worden gedaan (onder andere een hartecho) of bij de oogarts een controle van het netvlies van de ogen. Bij een verdenking op een onderliggende aandoening of bij verdenking op een complicatie van de hypertensie kan gericht verder onderzoek ingezet worden.

Behandeling hoge bloeddruk

In eerste instantie zal door middel van het veranderen van de levensstijl (lichaamsbeweging, afvallen, dieet) geprobeerd worden de bloeddruk te verlagen. Werkt dit niet voldoende, dan worden er bloeddrukverlagende medicijnen voorgeschreven.

Leefstijlaanpassingen die worden geadviseerd bij hoge bloeddruk zijn onder andere:

Indien aanpassingen in de levensstijl onvoldoende effect hebben zal het starten van medicatie met de patiënt besproken worden. Deze stap om medicatie te starten wordt eerder gezet indien iemand al meerdere risicofactoren voor hart- en vaatziekten heeft. Er zijn verschillende groepen medicatie die de bloeddruk verlagen. Een combinatie van medicijnen werkt dikwijls beter, daarom wordt tegenwoordig geadviseerd om al in een vroeg stadium een combinatie van medicatie te gaan gebruiken in plaats van het verder verhogen van de dosering van één medicijn.

Er zijn vele soorten bloeddrukverlagers, maar de in de praktijk meest gebruikte groepen zijn:

Behandeling met medicatie verlaagt niet alleen de bloeddruk, maar ook het risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten en sterfte door hart- en vaatziekten. Sommige medicijnen werken ook beschermend tegen de nadelige effecten van hypertensie op de nierfunctie. Natuurlijk kunnen medicijnen allerlei bijwerkingen hebben (alhoewel dit gelukkig minder voorkomt dan verhalen in de media u willen doen geloven), dus het is dikwijls nodig de medicatie aan de persoonlijke situatie aan te passen en te zoeken naar een combinatie van medicijnen die individueel het best werkt en het best verdragen wordt.

phone