De ademhaling is onlosmakelijk verbonden met het leven. Het gaat grotendeels vanzelf, maar kan tevens gestuurd worden door bijvoorbeeld extra diep in te ademen of deze juist in te houden.
Ademhaling treedt op door verandering in de vorm van de borstholte (de ruimte waar de longen in zitten) die helpt de longen lucht aan te zuigen of juist uit te blazen. Deze vormverandering kan op verschillende manieren plaatsvinden; door de ribben te bewegen, ook wel borstademhaling genoemd en/of door het middenrif te verplaatsen, wat buikademhaling wordt genoemd. Als deze activiteit onvoldoende is ten opzichte van de zuurstofbehoefte van het lichaam is er sprake van kortademigheid. In de praktijk kan dit heel plots optreden of in verschillende vormen bijna continue tot continue aanwezig zijn.
Niet iedereen ervaart kortademigheid op dezelfde manier. Veel voorkomende symptomen zijn onder andere:
Als er ergens een verhindering optreedt in de werking van de normale ademhaling kan de kortademigheid naar voren komen. Dat kan een fysieke obstructie zijn van de ademweg (de weg naar de longen, dus neus/mond, keel en luchtpijp), iets dat dit vernauwd of blokkeert. De vormverandering van de borstholte kan ook fysiek worden tegengehouden. Dit kan bijvoorbeeld optreden bij een ribbreuk, verwondingen en een grote buik (bijvoorbeeld zwangerschap). Andere oorzaken kunnen toe te schrijven zijn aan een vermindering in de longfunctie, zoals bij een ingeklapte long en longziekten. Tevens speelt de efficiëntie van de zuurstofverdeling een rol. Zuurstof wordt in de longen in het bloed opgenomen door de rode bloedlichaampjes, die door middel van het vaatsysteem de zuurstof vervoert naar alle organen in het lichaam. Bij een vermindering van de hoeveelheid rode bloedlichaampjes (bloedarmoede) of bij een verminderde zuurstofbinding worden eveneens kortademigheidsklachten ervaren.
Tevens geven problemen in het bloedcirculatienetwerk zelf ook kortademigheidsklachten. Zo kan hartkleplekkage ertoe lijden dat de bloeddruk in de longen toeneemt. Hierdoor verandert de plooibaarheid van de longen wat gepaard gaat met een gevoel van een minder makkelijke ademhaling.
Doorbloedingsproblemen van het hart kunnen tevens leiden tot een verslechtering van de pompfunctie en afname van het transport van bloed en zuurstof door de rest van het lichaam. Dit fenomeen speelt met name bij een slecht samenknijpend hart (hartfalen) en kan leiden tot ophoping van vocht in de longblaasjes (vocht achter de longen), waardoor zelfs kortademigheid kan optreden bij een liggende positie.
Een hartslag die onvoldoende versnelt bij inspanning en daarmee een ondermaatse doorbloeding geeft van het lichaam geeft ook een kortademig/buiten adem gevoel. Tevens kunnen verstoringen in het hartritme (onregelmatigheid of onbedoeld versneld) de adem doen stokken. Een stijging van de bloeddruk in de grote vaten zorgt ook voor een hogere belasting op het hart met een toename in de kortademigheid tot gevolg.
Met andere woorden, hart- en vaatafwijkingen kunnen aanzienlijk bijdragen aan het ontstaan van kortademigheid. Laat u daarom bij het ervaren van klachten bij een cardioloog controleren. Bij HartKliniek zijn de cardiologen er in getraind de eventuele cardiale oorzaken van kortademigheid op te sporen. Met een verwijzing van uw huisarts kunt u snel terecht.
Heeft u geen huisartsverwijzing? Voor eigen rekening kunt u zich bij HartKliniek ook zonder verwijzing preventief laten controleren, dit kan door middel van de HealthCheck Compleet.
Met behulp van een echocardiografie kijken we naar de algehele werking van het hart; hoe de hartkleppen functioneren en/of het hart voldoende pompkracht heeft. Om na te gaan of het hart voldoende doorbloed wordt om op alle momenten (bij rust en bij inspanning) zijn werk goed te kunnen doen zijn er tevens additionele onderzoeken zoals een Dobutamine Frequentie Echo of inspanningstest mogelijk. Voor hartritmeproblemen kan soms een inspanningstest (fietstest) zinvol zijn. Vaak zal ook een zogenaamd Holter-onderzoek worden gedaan. Tijdens het onderzoek krijgt u plakkers (elektroden) op de borst. Deze geven signalen door aan een recorder dat u aan een band om de middel draagt. De recorder registreert uw hartritme gedurende uw dagelijkse werkzaamheden voor een (of meer) dag(en). Deze data worden door de cardioloog uitgelezen en gekoppeld aan uw klachten van bijvoorbeeld kortademigheid. Deze informatie kan uitgebreid worden met een recorder voor de bloeddrukregistratie. Door de informatie te combineren kan de cardioloog vaak een duidelijker beeld krijgen wat de eventuele oorzaken zijn van uw kortademigheid.
Zijn er na de onderzoeken inderdaad aanwijzingen voor een hart- of vaatgerelateerde oorzaak voor de kortademigheidsklachten, dan kan er in gezamenlijk overleg gekeken worden naar mogelijke behandelmethodes. Dit kan medicatie of advies tot verder hartonderzoek of een ingreep zijn. Ook is de mogelijkheid om onder begeleiding middels fysiotherapie uw conditie te verruimen.