Het hart ligt iets links van het midden in uw borstkas, achter uw ribben. Het hart is een spier, ongeveer zo groot als een vuist. Het hart is een zeer sterke pomp, hij pompt 4 tot 5 liter bloed rond per minuut. Per dag is dit ongeveer 7.000 liter, dat is een tankwagen vol.
De belangrijkste elementen van het hart zijn: de linker en rechter boezems (atria), de linker en rechter hartkamers (ventrikels) en de vier hartkleppen.
De boezems vangen het bloed op uit uw lichaam. De linkerboezem ontvangt zuurstofrijk bloed uit de longen. De rechterboezem ontvangt zuurstofarm bloed uit de rest van het lichaam. Zodra ze gevuld zijn stroomt het bloed door naar de hartkamers. De linker hartkamer heeft de belangrijkste taak. Deze hartkamer pompt het bloed het hele lichaam rond. De rechterkamer pompt bloed naar de longen.
Het hart trekt samen en ontspant daarna weer. Door deze beweging ontstaat de kracht die nodig is om het bloed het hele lichaam door te pompen. De pompbeweging noemen we de hartslag of het kloppen van het hart. U kunt aan uw pols uw hartslag voelen (uw hart voelen kloppen).
Het hart heeft 4 hartkleppen. De hartkleppen zorgen er voor dat het bloed maar één richting op kan stromen. Bij elke hartslag sluiten en openen de kleppen beurtelings een keer.
Het prikkelgeleidingssysteem van het hart is een ingewikkeld netwerk van speciale cellen in de hartspier. Het systeem geeft elektrische prikkels door. Hierdoor gaat het hart samenknijpen.
De bloedsomloop zorgt ervoor dat het bloed efficiënt door het lichaam wordt gepompt. Slagaders vervoeren zuurstof en voedingsstoffen van het hart naar de rest van het lichaam. Slagaders staan bij elke hartslag behoorlijk onder druk. Hun dikke, elastische wand vangt de druk op. Het hart heeft zelf ook zuurstof en voedingsstoffen nodig, heel veel zelfs. Al die stoffen krijgt het hart via de kransslagaders (coronairvaten). Kransslagaders zijn speciale slagaders, die als een krans rondom het hart liggen. De aders vervoeren het bloed naar het hart terug. Dit bloed bevat vooral koolzuurgas en afvalstoffen en weinig zuurstof. Slagaders zijn anders dan aders.