Gebroken hart syndroom
Het ‘gebroken hart syndroom’ wordt gekenmerkt door acuut optreden van hartfalen, vaak na een emotionele of fysieke uitlokkende factor. [...]
Iets meer dan de helft van de Nederlandse volwassenen heeft overgewicht, 15% van hen heeft obesitas (CBS, 2018). De verwachting is dat dat percentage de komende jaren alleen maar zal stijgen. Daarmee is overgewicht een grote bedreiging voor de volksgezondheid.
Er is sprake van overgewicht wanneer de BMI (gewicht in kg gedeeld door de lengte (in meters) in het kwadraat) boven 25 kg/m2 is. Dit geldt voor volwassenen tussen de 19 en 70 jaar. Boven de 70 jaar is er sprake van overgewicht bij een BMI van 28 of hoger. Bij een BMI boven 30 spreken we van obesitas. Wanneer iemand veel aan krachttraining doet en bovengemiddeld veel spiermassa heeft, is de BMI geen goede maat. Het vetpercentage is een nauwkeurigere maat voor de hoeveelheid lichaamsvet. Dit kan je meten met speciale scans of weegschalen, of door huidplooimeting. Een vetpercentage boven de 20% is te hoog voor een man, en voor een vrouw geldt een vetpercentage boven 30% als te hoog. Ook kan je de buikomtrek meten, dit is een maat voor de hoeveelheid buikvet. Te veel vet rond de organen in de buik is schadelijker dan te veel vet onder de huid. Voor mannen is een gezonde buikomtrek tussen de 74 en 94 cm, voor vrouwen tussen de 68 en 80 cm.
De oorzaak van de obesitas-epidemie ligt in onze moderne maatschappij, die in alle opzichten obesogeen te noemen is. De hoeveelheid calorierijk eten is ongelimiteerd en alle vormen van vervoer zijn gemotoriseerd. En dat terwijl ons reptielenbrein er nog steeds op gericht is om zo veel mogelijk energie te pakken te krijgen. Het is eigenlijk een wonder dat ‘maar’ 15 procent obesitas heeft.
De nadelige gezondheidseffecten van overgewicht en, in hogere mate, obesitas zijn bekend. Hypertensie, suikerziekte, slaapapnoe en gewrichtsproblemen zijn de bekendste. Op cardiaal gebied is er een sterke relatie met het ontstaan van boezemfibrilleren en diastolisch hartfalen (ook wel: hartfalen met behouden ejectiefractie genoemd), en door het ongunstige metabole profiel een verhoogde kans op een hartinfarct. Ook komt depressie vaker voor bij mensen met overgewicht. Voor veel van deze aandoeningen geldt dat, als ze eenmaal aanwezig zijn, het nog veel moeilijker wordt om af te vallen. Voorkomen is dus beter dan genezen. Daarom hebben alle artsen een verantwoordelijkheid om met hun patiënten te praten over de gezondheidsrisico’s van overgewicht, het liefst voordat er complicaties optreden. Het simpelweg voorschrijven van een pil voor hoge bloeddruk zonder dat het gewicht ter sprake komt zou niet moeten gebeuren. Wanneer er eenmaal sprake is van obesitas zijn er vele lichaamsprocessen verstoord. Het simpele advies: eet wat minder en beweeg wat meer, zal in de meeste gevallen niet voldoende helpen.
Bij elke patiënt met obesitas zijn er 1 of meerdere oorzaken aan te wijzen die het overgewicht veroorzaken en/of in stand houden. Het is belangrijk voor de patiënt en voor de dokter om deze oorzaken inzichtelijk te krijgen. Wat zijn deze oorzaken?
Deze oorzaken zijn te vinden op de website van het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON). Wanneer er sprake is van (of verdenking op) een van deze oorzaken, kun je op deze site doorklikken voor praktische informatie over verder te nemen stappen. Er is ook een handige tool in de maak, deze komt binnenkort beschikbaar op www.checkoorzakenovergewicht.nl. Het is een site van het ErasmusMC. Deze bevat een wetenschappelijk gefundeerde vragenlijst die patiënten zelf kunnen invullen. Het advies op de site is om de uitkomst van de vragenlijst uit te printen en mee te nemen naar hun arts. Om tijd te besparen in een consult waar obesitas ter sprake komt, kan je de patiënt naar deze website en vragenlijst verwijzen en in een later consult de resultaten bespreken.
Als artsen hebben we een verantwoordelijkheid om de obesitas-epidemie te keren. We moeten het gesprek aangaan met patiënten over hun overgewicht: op een respectvolle manier benoemen dat het een factor is in hun aandoening, of een risico op toekomstige aandoeningen. En daarna moeten we hen helpen in de aanpak ervan, door samen op zoek te gaan naar oorzaken, waar nodig aanvullend onderzoek te doen en eventueel door te verwijzen. Medisch specialisten moeten daarin samenwerken met huisartsen.
Bij HartKliniek Rijswijk bieden wij sinds begin dit jaar een Gecombineerd Leefstijl Interventie (GLI) programma aan. Patiënten worden naar dit programma verwezen als hun gewicht hun cardiale gezondheid in de weg zit. De kracht zit hem in de korte lijn tussen de cardioloog in de spreekkamer en het leefstijlprogramma, waarbij wij het effect op de gezondheid direct kunnen monitoren. We hopen daardoor patiënten extra te kunnen motiveren.
Referenties
Heeft u inhoudelijke vragen aangaande het onderwerp van deze nieuwsbrief? Stuurt u dan gerust een email naar communicatie@hartkliniek.com.
Het ‘gebroken hart syndroom’ wordt gekenmerkt door acuut optreden van hartfalen, vaak na een emotionele of fysieke uitlokkende factor. [...]
Therapie waarbij dieren worden opgenomen in behandeling voor aandoeningen kan meerdere gezondheidsvoordelen bieden. [...]
Voor de evaluatie van patiënten met pijn op de borst in de cardiale praktijk is het eerst van belang om een goede anamnese af te nemen. [...]