De comeback van digoxine
Digitalis werd jarenlang gezien als ouderwetse cardiologie, maar nieuwe data zetten het middel opnieuw in de schijnwerpers. [...]
Toch blijkt dat deze aandoening ook belangrijke implicaties heeft voor het CVR-management.
Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap komen voor bij ongeveer 10% van alle zwangerschappen, waarbij de ernstige vorm, pre-eclampsie, optreedt bij 3–4% (figuur 1). In de vroege periode na de bevalling worden vaak complicaties gezien zoals hypertensie, nierfunctiestoornissen, hypercholesterolemie en diabetes mellitus. Chronische hypertensie, hartfalen en ischemische hart- en vaatziekten ontstaan meestal pas op latere leeftijd (1). De lange termijn risico`s staan weergegeven in figuur 2. Daarnaast spelen cardiovasculaire risicofactoren die al vóór de zwangerschap aanwezig zijn, een belangrijke rol bij het ontwikkelen van zwangerschapscomplicaties.
Pre-eclampsie en andere zwangerschapscomplicaties worden inmiddels erkend als belangrijke vrouwspecifieke risicofactoren in de cardiovasculaire richtlijnen (2–4). Toch bestaat er nog onduidelijkheid over hoe deze factoren moeten worden meegenomen in de beoordeling van het cardiovasculaire risico.
De relatie tussen pre-eclampsie en het ontstaan van toekomstige cardiovasculaire aandoeningen wordt grotendeels verklaard door het vroegtijdig optreden van meest voorkomende risicofactoren, waarbij hypertensie een centrale rol speelt. Tijdige behandeling van deze risicofactoren is essentieel voor effectieve preventie, aangezien het verlagen van bloeddruk, bloedsuiker en LDL-cholesterol het risico op CVD aanzienlijk kan verminderen.
Hoewel er voldoende bewijs bestaat dat gestructureerde CV-risicoscreening na pre-eclampsie van groot belang is, bieden de meeste studies geen lange termijn adviezen. Vaak beperken zij zich tot een controle zes maanden postpartum, zonder rekening te houden met het toenemende cardiovasculaire risico in de loop van de tijd.
De meta-analyse van Janssen et al. (5) laat zien dat cardiovasculaire risicofactoren bijna tien jaar eerder optreden bij vrouwen met een voorgeschiedenis van pre-eclampsie dan bij vrouwen met een normotensieve zwangerschap. Dit wordt voornamelijk verklaard door de vroege en versnelde ontwikkeling van hypertensie. Op basis hiervan wordt aanbevolen om bij vrouwen met een voorgeschiedenis van pre-eclampsie vanaf de leeftijd van 35 jaar ten minste elke vijf jaar een systematische (her)beoordeling van het cardiovasculaire risico uit te voeren.
Een andere studie van Janssen et al. (6) toont aan dat bij relatief jonge vrouwen de referentiewaarden voor bloeddruk lager zouden moeten liggen dan de huidige drempels volgens de ESC-richtlijnen (≥133/81 mmHg versus ≥140/90 mmHg). Vrouwen met een voorgeschiedenis van pre-eclampsie hebben bij een bloeddruk >131/81 mmHg namelijk al een verhoogd risico op het ontwikkelen van hartafwijkingen, zoals linkerventrikelhypertrofie, diastolische disfunctie en hartfalen.
De recent geüpdatete richtlijnen voor lipidenmanagement adviseren bovendien om zwangerschapscomplicaties, waaronder pre-eclampsie, als risicomodificerende factor op te nemen in het SCORE2-algoritme (4).
Al deze bevindingen onderstrepen de dringende noodzaak voor gepersonaliseerde en strengere strategieën voor risicoreductie bij vrouwen na zwangerschapscomplicaties, met name na pre-eclampsie. We moeten onze definitie van “normaal” in deze populatie herzien en streven naar vroege, op maat gemaakte cardiovasculaire zorg, niet pas na het ontstaan van ziekte, maar al in de fase daarvoor.
Heeft u vragen en of wilt u optimale CVRM leveren voor u patient kijk dan op de HartKliniek voor verdere informatie en eventueel verwijzing.
Referenties
Digitalis werd jarenlang gezien als ouderwetse cardiologie, maar nieuwe data zetten het middel opnieuw in de schijnwerpers. [...]
Het inschatten van iemands risico op cardiovasculaire events is voor zowel huisartsen, POH’s als cardiologen aan de orde van de dag. [...]
Cardio-oncologie richt zich op de preventie, vroege herkenning en behandeling van hart- en vaatziekten bij (ex-)patiënten met kanker. [...]