Een verdikte hartspier
Als huisarts en als cardioloog zien we regelmatig volwassen patiënten met een verdikte hartspier of linker ventrikelhypertrofie. [...]
Toegankelijke en betaalbare zorg van hoge kwaliteit op de juiste plek. Dat is in één zin de uitdaging die de zorgsector zal moeten aangaan op de korte en lange termijn. Dat zal niet meevallen. Neem bijvoorbeeld de vergrijzing en de (voorspelbare) obesitas-epidemie die op ons af denderen. Bijkomend probleem is het groeiend tekort aan gekwalificeerd personeel. Als daar ook nog eens onverwachte pandemieën bijkomen gaat(n) de zorg (en politiek) met enige regelmaat kopje onder zoals de laatste 2 jaar een aantal keer het geval is geweest.
Daarom is de ontwikkeling van een langetermijnvisie op zorgprocessen essentieel en zijn initiatieven zoals de leidraad “Zorgproces Pijn op de borst (POB)“ zeer welkom.
Pijn op de borst komt veel voor en kan veel verschillende oorzaken hebben. Daarbij zijn de richtlijnen van betrokken zorgverleners niet altijd eenduidig. Dit resulteert o.a. in praktijkvariatie en mogelijk onjuiste verwijzingen naar de cardioloog. Grofweg 80% van patiënten met POB wordt mogelijk onterecht doorverwezen. Daarnaast wordt er een toename van deze zorgvraag verwacht waarbij het zorgaanbod (middelen en menskracht) vermoedelijk achter zal blijven. Dit project is in 2019 van start gegaan en de leidraad is gepubliceerd in 2021. Het is een document gegenereerd door samenwerking tussen de verschillende stakeholders:
De hoofddoelstelling van de implementatie Leidraad Zorgproces POB, is het aantal onnodige doorverwijzingen naar de cardioloog van patiënten met pijn op de borst met 25% te verminderen. Om deze hoofddoelstelling te realiseren zijn 5 subdoelstellingen geformuleerd. In het processchema zijn dit de 5 sleutelinterventies. Interventies die nodig zijn om het zorgproces goed te laten functioneren (zie figuur 1):
Sleutelinterventie 1: De POB-patiënt draagt zelf bij aan de juiste
zorg op de juiste plek, omdat hij op vastgestelde betrouwbare websites
(o.a. www.thuisarts.nl) zelf de juiste informatie heeft gevonden over zijn POB-klachten.
Sleutelinterventie 2: De patiënt wordt na triage en goede uitleg door de triërende zorgverlener naar de juiste zorgverlener gestuurd zodat de juiste zorg aan de patiënt geleverd kan worden.
Sleutelinterventie 3: De patiënt wordt alleen naar de cardioloog doorverwezen, als dat volgens de NHG-standaard Angina Pectoris 2019 geïndiceerd is.
Sleutelinterventie
4: Patiënten die naar het ziekenhuis verwezen zijn zonder juiste
indicatie volgens de NHG standaard AP 2019, worden door de cardioloog na
het eerste consult terugverwezen naar de huisarts, waarbij de cardioloog en de huisarts contact hebben over de afwegingen hierbij. (kennisverhoging door feedback cyclus)
Sleutelinterventie
5: Als de patiënt met coronair lijden na beoordeling/behandeling en
risicostratificatie door de cardioloog weer stabiel is (zoals beschreven
in de Landelijke Transmurale Afspraak (LTA)), stuurt de cardioloog de patiënt weer terug naar de huisarts.
Figuur 1: Deel 1 van het processchema Pijn op de borst
Figuur 2: Deel 2 processchema Pijn op de borst
6. De kosten voor diagnose
en behandeling van POB-patiënten laten per patiënt, ondanks een steeds zwaarder wordende case-mix (complexer ziektebeeld, co-morbiditeit en steeds hogere leeftijd) een dalende lijn zien waarbij geen onnodige kosten worden gemaakt door verkeerde (of te late) verwijzingen en onderzoeken.
7. De patiënt heeft een betere kwaliteit van leven doordat de leidraad Zorgproces POB is gevolgd.
Ad 1: Bij sleutelinterventie 1 wordt van de patiënt eerst verwacht dat hij/zij onderscheid maakt tussen klachten die ernstig en acuut van aard kunnen zijn en direct medische aandacht nodig hebben en POB klachten die minder acuut zijn. Indien de klachten minder acuut zijn wordt de patiënt verwezen naar websites zoals www.thuiszorg.nl, www.hartstichting.nl of www.hartenraad.nl om meer inzicht te geven wat er aan de hand zou kunnen zijn en wat de patiënt kan verwachten als hij een hulpverlener inschakelt. Voor de patiënten met POB is een speciaal stroomschema ontwikkeld zoals figuur 3. Door deze sleutelinterventie denkt men dat de kans groter is dat de patiënt vanaf het begin bij de juiste zorgverlener terecht komt.
Figuur 3: Sleutelinterventie 1
Sleutelinterventie 2: bij deze stap bepaalt een triage hulpverlener
hoe urgent de POB klachten zijn en naar welke zorgpad de patiënt
verwezen moet worden. Bij verdenking acute cardiale pathologie en/of
acuut coronair syndroom dient het zorgpad ACS gevolgd te worden met
directe verwijzing naar de tweede lijn. Bij gemiddeld urgente of lage
urgente POB klachten verwijst de triage hulpverlener naar de eigen
huisarts van de patiënt. Deze stap is natuurlijk cruciaal. Een goede
triage voorkomt onnodige verwijzingen en/of gemiste diagnose met
ernstige gevolgen. Er worden geen duidelijke afspraken gemaakt wat voor
kwalificaties de triage hulpverlener moet hebben. Er staat in het schema
dat dit de huisarts kan zijn, de HAP, de SEH/EHH (zelfverwijzer) of de
operator van 112. Wel wordt duidelijk gemaakt dat het belangrijk is dat
deze triage hulpverlener feedback moet krijgen over de uitkomst van de
verwijzing. Was deze terecht of niet? Dit om een leercurve te
ontwikkelen.
Bij sleutelinterventie 3 past de huisarts de NHG-standaard AP
2019 toe met als doel de patiënt alleen te verwijzen naar het ziekenhuis
als de deskundigheid van een cardioloog nodig is om de juiste diagnose
te stellen en de juiste behandeling in gang te zetten. De huisarts stelt
de ‘syndroomdiagnose’:
Figuur 4: Beleid diagnostische fase bij pijn op de borst met vermoeden van coronaire hartziekten
Bij sleutelinterventie 4 beoordeelt de cardioloog of de
doorverwijzing inderdaad volgens de in de LTA/RTA AP gemaakte afspraken
plaatsgevonden heeft (en de patiënt dus ‘terecht’ in de tweede lijn
gezien wordt). Patiënten die naar het ziekenhuis verwezen zijn zonder
juiste indicatie volgens de NHG standaard AP 2019, worden door de
cardioloog na het eerste consult terugverwezen naar de huisarts, waarbij
de cardioloog en de huisarts contact hebben over de afwegingen hierbij.
Deze feedback-loop beoogt de kwaliteit van doorverwijzingen door de
huisarts continu te verbeteren.
Bij sleutelinterventie 5 heeft de
cardioloog de patiënt met angina pectoris coronair lijden
gediagnosticeerd en de behandeling in gang gezet. Daarna verwijst de
cardioloog de patiënt weer terug naar de huisarts als deze – volgens de
afspraken in de LTA/RTA – stabiel is.
In de periode (2020-2022) vinden er in drie pilotregio’s proefimplementaties plaats waarbij gecoördineerd en met begeleiding vanuit NVVC Connect* de leidraad regionaal geïmplementeerd wordt. Bij aanvang wordt er een nulmeting uitgevoerd en na de testperiode worden de effecten gemeten. De verwachting is dat geobjectiveerd is dat het aantal ‘onterechte’ verwijzingen naar de cardioloog is gedaald, de kosten (relatief) zijn gedaald, de ervaringen van patiënten op minimaal hetzelfde niveau liggen en dat de onderlinge afstemming tussen zorgverleners is verbeterd. Ook is na de proefimplementatie inzichtelijk welke stappen binnen het nieuwe zorgproces essentieel zijn en welke onderdelen in het zorgproces minder relevant zijn. De leidraad voor het zorgproces wordt hierop bijgesteld en er wordt binnen dit traject een implementatietool opgesteld waarbij de ervaringen van de pilotregio’s leidend zijn. De laatste stap is landelijke opschaling van deze leidraad Zorgproces POB via de landelijke Connect infrastructuur vanaf medio 2022 (deze laatste stap valt buiten de proefimplementatie).
Pijn op de borst kan potentieel een gevaarlijke oorzaak hebben. Gecombineerd met het vele voorkomen en de toenemende complexiteit vergt deze hulpvraag veel van de gezondheidszorg. Er is nu met de leidraad Zorgproces Pijn op de borst een begin gemaakt om dit zorgpad efficiënter in te richten. De komende jaren zal moeten blijken hoe we dit zorgpad verder moeten optimaliseren. Zeker is dat een goede samenwerking tussen de eerste en tweede lijn essentieel is. HartKliniek biedt snelle en toegankelijke cardiale zorg van hoge kwaliteit, dicht bij de huisarts. Dit maakt HartKliniek tot een uitstekende partner om in het Zorgproces POB samen te werken met de eerste lijn. De cardiologen van HartKliniek kunnen snel en accuraat vaststellen of het om cardiale problematiek gaat en welke zorg op welke plek nodig is: 'Naar de huisarts als het kan, naar HartKliniek als het nodig is en alleen nog bij spoed of een opname naar het ziekenhuis'. Wat de rol van de zorgverzekeraar wordt in dit zorgproces is nog niet duidelijk.
Heeft u inhoudelijke vragen aangaande het onderwerp van deze nieuwsbrief? Stuurt u dan gerust een email naar communicatie@hartkliniek.com.
Als huisarts en als cardioloog zien we regelmatig volwassen patiënten met een verdikte hartspier of linker ventrikelhypertrofie. [...]
Het ‘gebroken hart syndroom’ wordt gekenmerkt door acuut optreden van hartfalen, vaak na een emotionele of fysieke uitlokkende factor. [...]
Therapie waarbij dieren worden opgenomen in behandeling voor aandoeningen kan meerdere gezondheidsvoordelen bieden. [...]